Het grote zelfleesboek (Diverse auteurs)
Korte samenvatting:
Allerlei korte verhaaltjes voor kinderen die net leren lezen. Soms zijn het gedichten, dan weer mopjes, dan fragmenten uit boeken.
Spelletjes in de klas (bewegend leren):
Lees ieder verhaaltje op een andere manier, probeer tijdens het lezen een beweging te gebruiken. Gebruik hierbij de BINGO. Is bewegen nog erg lastig, maak het dan eenvoudiger door op verschillende plekken te gaan lezen: onder je tafel, liggend, zittend, op de grond, in de leeshoek, buiten, op de gang, op de stoel van juf, etc.
Boeken stapelen. In dit boek zijn veel losse verhalen opgenomen, die komen u
Spelen op het plein:
Leuker dan wol; pakkertje doen op het plein. De kat Sien is de tikker, de andere katten rennen weg (net als Mies). Sien probeert zoveel mogelijk katten te pakken. Ben je gepakt? Dan moet je meehelpen met Sien om de andere katten te pakken.
Vliegeren; laat de kinderen vliegers maken van plastic tassen. Kun je die aan een touwtje laten vliegeren op het plein. Je hebt dan natuurlijk wel een dag met veel wind nodig. Natuurlijk kun je ook gekochte vliegers gebruiken, maar zelfgemaakte zijn veel leuker.
De schat; teken een schatkaart en laat de kinderen de schatkaart volgen op het plein. Teken hier een aantal aanwijzingen op zodat ze het schoolplein herkennen. En heb je de schat gevonden?
Bewegingsonderwijs:
Steeds hoger; dit verhaal past bij bergbeklimmen. Maak een schuine berg in het wandrek door bank en een lange mat. Laat de kinderen naar boven klimmen en klauteren. Naar beneden kunnen ze rennen/rollen/springen/etc. In plaats van banken kun je ook een schuin wandrek plaatsen. Daar zet je een dikke mat tegen aan. Bovenin knoop je een dik touw en de rest bungelt naar beneden. De kinderen kunnen omhoog klimmen via het touw. Eventueel met een aanloop of sprong. Wie kan er zo hoog mogelijk klimmen zonder touw? Pak voor het laatste stuk toch het touw om de top te halen.
De schat; speel eilandbal. Er liggen vier matjes op redelijke afstand van elkaar. Op iedere mat staat een eilandbewoner. De bewoners gooien een schat (bal) naar elkaar over. Maar in de oceaan zwemt een haai (een kind). Deze probeert de schat te onderscheppen door de bal te vangen/ aan te raken/ te pakken. De kinderen mogen niet van hun eiland afkomen. Kom je wel van het eiland af of is de bal bij de haai gekomen terwijl je de bal als laatste aanraakte? Dan ben jij de nieuwe haai en komt de haai op het eiland te staan en wordt weer mens.
Beweeghoek/ fijne motoriek:
Alle kleren van mijn tante; de kleren van de tante zijn van kranten gemaakt. Scheur uit kranten de vorm van kledingstukken. Plak deze op papier en teken er zelf nog een hoofd, handen en voeten (tenzij je al schoenen hebt gescheurd….).
Vliegeren; maak voor het vliegeren op het plein vliegers van krant of ander materiaal. Vouw er een vlieger van, maak er een staart aan en zorg voor lang draad.
De schat; maak een schatkaart voor het plein. Heb je de kaart helemaal getekend met de route erbij? Pak dan een theezakje en maak de kaart ‘oud’ door het theezakje er over te wrijven.
https://nl.pinterest.com/jafgiraf/boekenbingo-het-zelfleesboek/?eq=zelfl&etslf=4782
Reactie plaatsen
Reacties