Middenbouw De Vriezels – Kelly van Kempen
Stuiterbal; stuit met een stuiterbal, kun je de bal iedere keer vangen? Stuit naar een ander of via de muur zodat je de bal zelf weer kan vangen.
Pantybal; stop een tennisbal in een panty. Deze panty kan je op je hoofd doen. Zet bekers, blokken, etc. neer die je met die tennisbal om moet slaan. Je mag je handen niet gebruiken.
Blikgooien; zet een aantal blikken/ bekers of blokken neer en probeer deze om te mikken met een bal. Wanneer de blikken op de grond staan kun je schoppen met een bal of rollen met een bal. Maak het moeilijker door een kleinere bal te gebruiken. Ga verder weg staan, zodat de afstand groter wordt en het mikken daardoor ook. Zet twee stapels blikken neer met een tussenruimte van 1 of 2 meter. Probeer eerst de verste stapel om te mikken door met een stuit over de eerste stapel te gaan. Als de achterste stapel om ligt, dan pas mag de voorste stapel om gegooid worden.
Slingerbal; maak aan de ringen een touw met daaraan een bal (bijvoorbeeld een skippybal met een hengsel). Dit kan alleen als de bal niet los kan gaan. Hang de bal eventueel in een tas of net. Zet op een afstand pionnen, blokken, etc. neer op een kast of verhoging. Op een hoogte dat de bal deze er af kan slingeren. Geef de bal een slinger en probeer alle materialen van de kast te slingeren.
Museumbewakertje; 1 persoon is de museumbewaker, de rest zijn de standbeelden van het museum. De bewaker gaat even weg, zodat iedereen een positie aan kan nemen. De bewaker komt terug en probeert de standbeelden te betrappen op bewegen. Zodra de bewaker een andere kant op kijkt komen de standbeelden tot leven en gaan bewegen. Ze nemen andere houdingen aan en komen van hun plek. Ziet de bewaker dat je beweegt dan ga je zitten.
Standbeeldenspel; Alle spelers vormen een cirkel en worden geblinddoekt. Een niet-geblinddoekte vrijwilliger neemt een bepaalde houding aan en blijft onbeweeglijk staan. Hij is een standbeeld geworden. De spelleider beschrijft nu zo nauwkeurig mogelijk de houding van het levend standbeeld. Hij/zij doet dit heel gelijkmatig, zodat de geblinddoekte spelers zelf het standbeeld kunnen nabootsen. Wanneer alle spelers standbeelden zijn geworden, mogen de blinddoeken af en kan iedereen nagaan of zijn houding klopt met het oorspronkelijke standbeeld.
Stopdans; Als de muziek aan staat, gaan de kinderen dansen. Ze mogen dansen zoals ze zelf willen. Als de muziek stopt, blijven de kinderen als een standbeeld staan. Je geeft steeds als opdracht welke standbeelden je wilt zien. Standbeelden van stoere mensen, bange mensen, blije mensen, verdrietige mensen, boze mensen, verliefde mensen…. Wie beweegt is af! Dit kind mag aan de kant gaan zitten. Wie blijft er het langste over?
Laat om de beurt bijvoorbeeld een kind bepalen welk standbeeld de kinderen moeten uitbeelden als de muziek stopt. Het kind geeft bijvoorbeeld opdracht dat de kinderen een dier uitbeelden, dat ze moeten liggen of zitten. Doe eventueel suggesties aan het kind om ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk verschillende bewegingen uitgevoerd worden.
De kinderen die ‘af’ zijn kunnen meehelpen met kijken wie er af is.
#beweegplein #boekenbingo #bewegenisgezond #bewegendleren #buitenspelenisgezond #buitenspelen #dynamischeschooldag #buitenisgezond #bewegenindeklas #fijnemotoriek #grotemotoriek #boekenlezenisleuk #bewegenmetplezier #bewegenmetboeken #bibliotheekdrenthe #bibliotheekgroningen #bewegendrekenen #bewegendtaal #oogmotorischeontwikkeling
Reactie plaatsen
Reacties