De waterwaack van Natterlande (Marco Kunst & Marieke Nelissen)
Korte samenvatting:
Toffee en Gum zijn een tweeling. Hun ouders hebben het heel druk met het verdienen van zo veel mogelijk geld. Op een dag wordt er een brief bezorgd bij hun thuis. De brief komt van de Watersnoodtaris. Er is een ver familielid overleden die het Waterwackhuis in de Zomp nalaat aan zijn erfgenamen. Samen met een paar andere familieleden komt de familie in het Waterwaackhuis terecht. Wie wordt er een goede Waterwaacker? En hoe kunnen de vader en moeder van Toffee en Gum hier ook veel geld aan verdienen? Het blijkt allemaal niet zo makkelijk te gaan als dat het in eerste instantie leek.
Beweeghoek/ fijne motoriek:
Bij de kleuters is vaak een water- en/of zandtafel te vinden. Een enkele keer zijn deze tafels ook bij groep 3 te vinden. Maar waarom niet in de bovenbouw? Dit boek leent zich uitermate voor het spelen en bouwen met water, zand, stenen, modder. Lekker met je handen in de modder wroeten en bouwen. Welke mooie bouwwerken komen er tevoorschijn.
Achterin het boek is de plattegrond te vinden van de omgeving die in het boek wordt geschetst. Kinderen kunnen deze plattegrond nabouwen in de zandtafel.
Met een hele berg zand zijn de ondergrondse stelsels van de bronbaas te maken.
Spelen op het plein:
Wat in de zand- en watertafel kan, kan ook in de zandbak gedaan worden. Bovenbouwers zullen het vast leuk vinden om ook weer eens in de zandbak te kunnen en te mogen spelen. Als er dan nog stenen, stokjes, takjes, water etc. aan toegevoegd wordt, kunnen ze zich helemaal uitleven.
Schone voeten halen
Teken 2 lijnen op ongeveer 3 tot 5 meter uit elkaar. Maak 2 teams van ongeveer 7 of 8 leerlingen. Elk team staat achter zijn eigen lijn. Leg uit dat het midden vak een modderpoel is: hoe langer je in dit vak staat of loopt, hoe viezer je voeten worden. Achter de lijn zijn sloten: als je hierin staan spoelen je voeten direct weer schoon.
De leerlingen proberen elkaar in het grote vak te tikken. De regel is hierbij dat iemand die korter in het vak staat iemand anders kan tikken die langer in het vak staat. Of: als je voeten minder vies zijn kan je iemand anders tikken waarvan de voeten viezer zijn. Je kan voorkomen dat je getikt wordt door terug te rennen naar je eigen sloot. Daar ‘haal je schonen voeten’ en dan kan je weer het grote vak in om te proberen om iemand anders die er langer in staat te tikken. Je hoeft niet direct het vak in. Je kan ook in de sloot wachten en ‘een slachtoffer’ uitzoeken om te tikken. Dan weet je zeker dat je voeten minder vies zijn. Als een leerling getikt wordt loopt hij mee met de tikker naar de sloot van het andere team en gaat daar zitten.
Variaties/tips/opmerkingen
-Sommige leerlingen vinden het erg moeilijk dat bij dit spel de plek in het vak er niet toe doet maar alleen de tijd die je in het grote vak staat. Ze gaan bijvoorbeeld vlak voor de sloot in het grote vak staan om te wachten tot ze iemand kunnen tikken. Bespreek dat als je wacht je altijd in de sloot moet wachten.
-Laat leerlingen samenwerken: 1 leerling lokt de andere leerlingen naar zich toe en de andere rent pas het grote vak in om ze te tikken als ze dichtbij zijn.
-Zet bij beide sloten een paal neer. De leerlingen die getikt zijn pakken de paal vast en maken een ketting richting hun eigen sloot. Ze houden hierbij elkaars handen vast. De leerling die het eerst getikt is staat het verst vooraan de ketting en de leerling die als laatste getikt is pakt de paal vast. De leerlingen kunnen nu teamgenoten bevrijden door ze aan te tikken. Als leerlingen bevrijd zijn lopen ze eerst terug naar hun eigen sloot om schone voeten te halen. Pas daarna doen ze weer mee.
https://nl.pinterest.com/jafgiraf/boekenbingo-de-waterwaack-van-natterlande/?eq=waterwa&etslf=NaN
Reactie plaatsen
Reacties