Lampje (Annet Schaap)
Korte samenvatting:Lampje is de dochter van de vuurtorenwachter. Ze heet eigenlijk Emilia, net als haar moeder. Haar moeder is lang geleden overleden en haar vader heeft daar nog steeds verdriet van. Lampje steekt iedere dag de lamp in de vuurtoren aan, omdat haar vader dit niet kan omdat hij maar 1 been heeft. Daarom noemt hij zijn dochter Lampje. Op een dag heeft Lampje geen lucifers meer en kan de lamp van de vuurtoren niet meer aan. Dan vergaat er een schip…. De vuurtorenwachter krijgt hier de schuld van en Lampje wordt uit huis gehaald. Ze moet gaan werken in het Zwarte Huis van de Admiraal. Maar over dat huis gaan spookverhalen rond, er zou een monster in dat huis wonen. Lampje vindt het allemaal heel spannend. Woont er echt een monster of is het toch iemand anders?
Spelen op het plein:Teken een groot kompas op het plein. Zorg ervoor dat het Noorden ook echt naar het Noorden wijst. Maak niet teveel tussenrichtingen. Houd het bij: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW.Laat de kinderen elkaar bepaalde kanten op lopen: 3 stappen naar het Noorden, 2 naar het Noord-Oosten. Bespreek met elkaar hoe groot een stap ongeveer is (voetje voor voetje of kleine stap, etc.).Waar laat je ze uitkomen? Je kunt van te voren bedenken waar je heen wilt (uitkomen bij bijv. het klimrek). Welke route moet je dan nemen? En hoeveel stappen heb je hier voor nodig?Of je laat een route lopen die willekeurig ergens eindigt. Teken daar op een grond een kruis (een teken of letter oid).
Laat kinderen routes maken naar willekeurige punten en laat ze daar op de grond een letter schrijven. Zorg ervoor dat de routes opgeschreven worden op kaartjes, zodat ze door anderen herhaald kunnen worden. De letters die opgeschreven worden, zijn van te voren al verdeeld.Het startpunt is altijd hetzelfde punt (middelpunt van het Kompas).Geef de kinderen kaartjes die door anderen gemaakt zijn. Bij welke letter komen ze uit? Schrijf die letters op een kaart. Kun je na een bepaalde tijd ook een woord maken met die letters?
Levend memory.Kopieer de schelpen meerdere malen in tweevoud op stevig papier (eventueel gelamineerd). Zet net zoveel pionnen neer in de gymzaal als kaartjes en stop onder iedere pion een kaartje. Om de beurt rennen de kinderen naar een pion en halen een kaartje op. Ieder groepje heeft een kaart met daarop alle schelpen in een bepaalde volgorde. In die volgorde moeten de schelpen worden gezocht. Is het kaartje die gehaald is, de eerste van de lijst? Dan mag je die bewaren. Is het niet goed, dan neemt de volgende het kaartje mee terug. Deze wordt onder de pion gelegd waar het tweede kaartje vandaan wordt gehaald. Onthoud goed waar je de schelpen hebt teruggelegd, zodat je snel de kaart vol hebt gevonden.
Bewegingsonderwijs:Levend memory kan ook in de gymzaal gedaan worden.
Creatief:Neem verschillende schelpen mee naar school (of laat dit de kinderen doen). Voel de schelpen qua structuur. Laat de kinderen de schelpen natekenen. Van welke kant tekenen ze de schelp? Van de bovenkant, de zijkant, de binnenkant? Iedere kant vereist weer een andere aanpak van tekenen qua diepte, schaduw en structuur.
Zorg voor een doos waar je met je handen in kunt, maar niet kan zien wat er in de doos zit. Iemand stopt zijn handen in de doos en een ander stopt er een schelp in. Beschrijf precies wat je voelt: glad, ruw, geribbeld, scherp, etc. Als je goed gevoeld hebt, ga je de schelp die je voelde, natekenen. Klopt het? Heb je de schelp getekend die je gevoeld hebt? Kan iedereen herkennen dat het die schelp was?
Maak een kompasDit heb je nodig:– een kom water– een schijfje kurk (bijvoorbeeld van een wijnfles), ongeveer een halve centimeter dik– een naald– een magneet (bijvoorbeeld een koelkastmagneet)– een stukje plakband– een drupje zeepHoud de naald vast bij het gaatje en maak hem magnetisch door hem een stuk of 25 keer langs de magneet te wrijven, steeds in dezelfde richting, niet omgekeerd. Leg de magneet weg, want als hij te dicht bij je kom water blijft liggen, trekt hij aan de naald waardoor die een afwijking krijgt.Plak de naald met het stukje plakband op het schijfje kurk. Leg de kurk met naald in de kom water en kijk wat er gebeurt: langzaam draait de naald tot hij wijst naar een bepaalde richting. Dat is het Noorden. Controleer met een echt kompas of het klopt.Als de kurk naar de kant drijft, doe je een drupje zeep in het water: dan blijft hij in het midden.Als je Noord weet, kun je Zuid, Oost en West daarvan afleiden.Wijs met je wijsvinger naar Noord, Zuid, West en Oost. En dan naar de windrichtingen daartussen. Kijk op de windroos in het boek of op je zelfgemaakte windroos hoe die heten.Waar woon jij, vanuit de klas gezien? Noordelijk van de school? Of zuidelijk? Of noordwestelijk? Oostzuidoostelijk? Of nog anders?
Er worden in het boek meerdere personen beschreven, maar van bijna niemand is een tekening. Kun je op basis van het verhaal en wat je over de personen hebt gehoord ook een tekening maken?Annet Schaap heeft op haar website van alle figuren een tekening gemaakt. Daar kun je kijken of de tekeningen over een komen. En als dat niet zo is, wat zijn de verschillen? Zijn die belangrijk voor het verhaal?
Op de website: http://www.annetschaap.com/lampje/ vind je meer lessuggesties en de tekeningen.
Reactie plaatsen
Reacties